Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [13]Gij hebt geen [14]lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de [15]oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist. 13. Dat zijn de woorden des Heeren Christus; die David door den profetischen geest hier, aldus tot zijnen Vader sprekende, invoert. Zie Hebr.10:5,6,7. 14. Te weten, alzo, dat Gij door die offeranden uwe gerechtigheid zoudt laten genoeg geschieden en U met den zondigen mens verzoenen, want zulks onmogelijk; Hebr.10:4. 15. Dat is, mij tot uw dienst verplicht om het middelaarsambt op mij te nemen en uw volk van zonden te verlossen; waartoe Gij mij een lichaam bereid hebt, om dat voor des volks zonden op te offeren [gelijk de apostel dit verklaart met de woorden der Griekse overzetting, Hebr.10:5,10]. De manier van spreken in genomen van de wijze onder de Joden naar Gods wet gebruikt in het verplichten van dienstknechten. Zie Ex.21:6. Deut.15:17.